de ideologie en de Doelstelling van de Rederijkers.

Wat was de ideologie, de doelstelling van de Rederijkers in het algemeen?

De rederijkers waren mensen die erg hielden van gedichten maken die bij elkaar kwamen in verenigingen, rederijkerskamers. De tijd waarin rederijkers echt wat populairder en belangrijker werden was in de tweede helft van de vijftiende eeuw en in de zestiende eeuw, maar ook in de zeventiende eeuw bleef de invloed groot. Zij werden bij veel stedelijk activiteiten ingeschakeld, hierdoor konden ze een belangrijke opiniërende rol spelen in de stad. Nieuwe opvattingen over de Renaissance, het humanisme en het geloof werden in de rederijkerskamers besproken. De rederijkers propageerden en vormden met hun literatuur het ideaal van de beschaafde burger, een ideologie die verbazingwekkend goed aansloot bij de ideeën van humanisten Erasmus en Morus. Rederijkers waren mensen (meestal mannen) die veel van dichten hielden. In de loop van de vijftiende eeuw, werd de groep rederijkers veel groter. De belangrijkste bij de rederijkers was de ‘factor’ (Latijn: maker). De factor die maakte de meeste toneelstukken, teksten maar ook optredens. In vrijwel alle steden en grote dorpen was er wel een rederijkerskamer in de vijftiende eeuw. Sommige van die kamers hadden een naam, blazoen of een devies.

 Een paar voorbeelden van rederijkerskamers zijn:

  • De Violieren (Antwerpen)
  • De Fonteyne (Gent) 
  • De Eglantier (rozenstruik; Amsterdam)

 

Wat is een landjuweel?

De prijzen die mensen konden winnen met wedstrijden die werden georganiseerd, werden een juweel genoemd. (het oud-Franse ‘joiel’ betekent zowel ‘prijs’ als ‘spel’). Het woord juweel is afgeleid daarvan.

Als het een wedstrijd was die werd georganiseerd voor verschillende rederijkerskamers, dan sprak men van een ‘landjuweel’. Sommige landjuwelen waren enorme feesten. Bijvoorbeeld het landjuweel in Antwerpen (1561), die werd geopend met een optocht van 1426 rederijkers te paard, 23 speelwagens en 197 praalwagens; het hele feest duurde drie weken. De ene wedstrijd lokte de andere uit, want het was de bedoeling dat de winnende rederijkerskamer het eerst volgende (land)juweel te organiseren. 

De hoofdprijs had steeds meer betrekking op een toneelstuk. De organiserende kamer bedacht een onderwerp, een vrijwel altijd een moreel of godsdienstig vraagstuk, waarover door de andere kamers een stuk moest worden geschreven. Daarnaast waren er prijzen voor kluchten, gedichten, praalwagen, acteurs etc.